Annekdotes en andere verhalen

Enkele leuke annekdotes
Knegtel was het eerste garagebedrijf dat auto’s liet meerijden in de carnavalsoptocht in Tilburg en had daarmee veel succes.
~~~~~~
In periodes van introducties van nieuwe modellen werden veel auto’s ingeruild. Deze werden voor verkoop klaar gemaakt maar tot dan geparkeerd op gehuurde locaties. Veemarktstraat, Gasthuisring en Beka-terrein werden hiervoor gebruikt tot grote ergernis van Theo. Eerst stond het maximum op 50 stuks inruil, later 100 en toen heeft hij maar niet meer geteld.
~~~~~~
De Heuvel garage kende ook sociale activiteiten, vooral door kinderen Knegtel. Tim/Bob’s Scalextric racebaan werd tijdens de schaft soms gebruikt door monteurs, terwijl de tafeltennis- tafel in de kantine op zaterdagavond gebruikt werd door club DUBONNET (Dorus+vrienden).
~~~~~~
Er was een skelterclub die wekelijks een avond racete, met o.a. Chris Fransen, Eddie Koolen en later ook Dirk.
~~~~~~
Later, tijdens de periode van Knegtel Heuvel Parking werd de vroegere administratie ingericht voor een kindercrèche gerund door Carine.
~~~~~~
Onderhoud aan gebouwen werd uitgevoerd door de eigen timmer- en schilderafdeling.
Kees van Dijk (timmerman), Jo Donia en Jos Schuurkens (schilders) waren ook met regelmaat te vinden in de huizen van Jan en Fons.
~~~~~~
De autoshows bij Garage Knegtel werden altijd ingericht met iets speciaals. Soms een oldtimer of een rally of race model, zelfs werden er eens op de Spoorlaan levende flamingo’s ingezet. Helaas zagen deze kans om ’s avonds uit hun verblijf te komen en kwam het telefoontje dat de vogels tussen de auto’s liepen.
~~~~~~
De hobby-avond was een groot succes en elke donderdagavond werd tot 22:00 u de gelegenheid geboden aan medewerkers (en Knegtels!) om aan de auto te sleutelen. Vaak werd het later en toen hierop gelet werd, deden de hobbyisten de lichten aan de kant van de Spoorlaan uit opdat voorbijgangers/klikkers(!) niets ongewoons zagen.
~~~~~~
De buizenpost werd als eerste geïntroduceerd op de Ringbaan, met de nodige aanvang- problemen. Al gauw werd de post ook gebruikt voor andere zaken zoals het sturen van een dode muis naar de dames van de administratie. De Spoorlaan kende een grote halfopen buis voor onderdelen, waardoor Johnny Marijnissen (truckafdeling) ook eens werd verstuurd toen hij weer een grote mond had.
~~~~~~
Toon Vekemans, medewerker van het eerste uur op de loonadministratie (Heuvel) heeft lang zijn stofjas gedragen met mouwstukken tegen slijtage. Hij deelde wekelijks, later elke 14 dagen, de loonzakjes uit.
~~~~~~
De administratie kende boekhouders met een bijnaam. Ad van de Gevel (Ringbaan) heette “kuntje”; Paul Weijters (Heuvel) werd Paula genoemd; ook “de lik” vanwege zijn ijver om het goed te doen voor het management.
~~~~~~
Iedere monteur had zijn eigen gereedschapskist. Speciaal gereedschap werd uitgegeven door Jo Benzing (de Ringbaan) tegen inlevering van een penning met het nummer van de betreffende monteur. Toch verdween er regelmatig gereedschap waardoor er ook vaak ruzie ontstond tussen de monteurs.
~~~~~~
Kinderen Knegtel deden regelmatig vakantiewerk op de zaak; dit begon met fl 0,25 per uur voor benzinebonnen sorteren (op nummer leggen). Later ook hulp aan de pomp. Pompbedienden waren o.a. Jan Gallé, Theo van Kuijk, Harry van Gorp.
~~~~~~
Auto’s moesten in het begin ook worden doorgesmeerd (nippels) en de olie worden ververst. Frans Olieslagers (Heuvel) en Jan Akkermans (de Ringbaan) deden dit in eigen ritme. Frans Olieslagers altijd met en poetsdoek onder zijn schoen; properheid in het vaandel!
~~~~~~
De bekendste bandenman was Jozef van Esch, die ’s ochtends altijd begon met het draaien van de banden in voorraad. De kwaliteit was zodanig dat banden in die tijd doorbogen door het rek waarin ze werden bewaard.
~~~~~~
Nieuwe auto’s aan de Spoorlaan werden eerst langs het spoor achter de garage gestald, totdat gemerkt werd dat er spikkels op de lak kwamen. Bleek dat hete remdeeltjes van de treinen op de auto’s vielen die in de lak brandde.
~~~~~~
Veel betalingen werden contant verricht met soms meer dan fl 100.000,- in kas. Jan Schults ging dan met de fiets storten bij de bank. Dit geld werd dan in een supermarkttas gedaan, het minst opvallend, onder de snelbinder. Altijd goed gegaan….
~~~~~~
Theo Robben (receptie Ringbaan) was de eerste uit de kast gekomen homo. Hilariteit destijds toen boekjes uit zijn bureaula werden gehaald.
~~~~~~
Timo Brabers en soms ook Bert Kuipers ( 24/7 service monteur) hadden een probleem om
’s maandags nuchter op de zaak te komen. De grap ging dat je niet te dicht bij hen moest gaan staan want dan werd je dronken.
~~~~~~
De ondersteuning van de groei van het bedrijf maakte het aantrekken van een bedrijfs-econoom noodzakelijk. Fred Erich hielp bij zaken als verzekering, planning, strategie en budgetten. Geert(?) Kuipers werd later aangetrokken voor de stap naar automatisering. Hij was niet zo geliefd door zijn drive tot verandering, wat hem bij het personeel het oordeel opleverde “wel duur, niet goed”. Dit als tegenhanger van de reclameslogan van De Kuijper Vieux, “wel goed, niet duur”.
~~~~~~
Sommige monteurs zochten het hogerop na een leerstage. Wil van Rijn klom op tot importeur van Ebro vrachtwagens, samen met de eigenaren van het dealership van Scania. Henk Broerse, Frans van Riel en Jo Gerritsen begonnen een winkel in auto onderdelen/ accessoires in Tilburg (Autorama). Berry van Gansewinkel werd onderhoudsmonteur bij de politie en later motoragent.
~~~~~~
Na enige inbraken op de Spoorlaan (“waar ligt de hoop?”) en door de criminaliteit langs het spoor, kreeg Jan Schults, die in de bovenwoning woonde, een grote valse bouvier van de familie Pessers, Riel.
Onder meer dank aan Jan Schults voor zijn vele herinneringen.
"De beminnelijke afzetter"
.jpg)
Eén van de allereerste klanten van Theo was Eduard van Spaendonck, die een Panhard-Levassor kocht. De afspraak voor de koop was dat Theo chauffeur zou zijn als Eduard 10 km buiten Tilburg moest zijn. De achterliggende reden was dat er veel banden lek gereden werden, die Theo dan moest wisselen. Tot hun dood kregen Eduard en zijn vrouw een vat motorolie met Kerstmis cadeau.
NV Juliënne

Dat Theo overal wel ondernemingskansen in zag blijkt wel uit het feit dat hij tweede helft van 1918 “N.V. Juliënne” oprichtte. Vanwege de Eerste Wereldoorlog was voedsel overal schaars. N.V. Juliënne wilde in Brabant aardappelen gaan drogen zodat de aardappelen langer houdbaar en exporteerbaar zouden zijn. Echter toen een en ander eindelijk van de grond kwam werd de wapenstilstand afgesproken en eindigde de Eerste Wereldoorlog. Daarmee kwam ook meteen een einde aan N.V. Juliënne.

Onrecht

Met oneerlijkheid viel niet te spotten bij Theo Knegtel. Magazijnchef Kruisselbergen bekende geld te hebben verduisterd en werd gedwongen zijn huis met inboedel over te dragen aan Theo. Het pand tegenover De Ringbaan op Ringbaan Oost 315, werd daarna bewoond door Piet van Bladel op de 1e verdieping en Jan Akkermans op de begane grond.
Voor wat, hoort wat


In 1922 verkocht Theo een T-Ford aan Vollaers Mandos (zie linker foto). Onder het mom van ‘voor wat hoort wat’, bestelde hij sindsdien behoorlijk wat wijn bij de firma.
Theo en de accountant

Om in 1921 officieel Ford Dealer te kunnen worden moest Theo zijn administratie door een externe accountant laten nakijken. Accountantskantoor Gieseler & van Odijk kregen die opdracht maar kwamen na controle wel met een advies:
“Het bleek ons dat de waardeering van de balanswaarde in de achtereenvolgende jaren niet systematisch was geschied; was aanvankelyk ongeveer kostprys opgenomen, in 1919 en 1920 werd het aanvangskapitaal vermeerderd met het verschil tusschen Kostprys en de door U gedachte verkoopswaarde, terwyl op ult. 1920 pryzen werden opgenomen die de inkooppryzen aanzienlyk overtroffen. Op welke wyze de balanswaarde per 31 december 1918 door u werd samengesteld, is ons niet duidelyk geworden.
…
Waar uw boekhouding te teekenen draagt van vry regelmatig te zyn gevoerd doch uit de balansen overtuigend blykt, dat de opmaking daarvan niet door deskundige hand is geschied, bestond voor ons geen bezwaar in de door ons samengestelde balansen ook die cijfers te verwerken, waarvan ons geen justificatoire bescheiden konden worden getoond.
Noodzakelyk zal zijn Uw archief in de toekomst beter te verzorgen en aan een systematische classeering der bescheiden behoorlyk zorg te wyden”.
Theo en Willem II
Theo had al vroeg een zwak voor Willem II. Na zelf gespeeld te hebben bleef hij daarna als fanatiek supporter elke zondagmiddag naar de thuiswedstrijd van de 'Tricolores' gaan. Hij nam zitting in het bestuur en trok vaak de portemonnee als dat nodig was. Knegtel was mede organisator van het 1e Ford voetbaltoernooi tussen o.a. de dealers uit Haarlem, Waalwijk en Eindhoven.

Theo in het midden

Het bestuur van Willem II in de oorlogsjaren. V.l.n.r.: A.Schuerman, J.Horsten, G.Buddemeijer, B.Menheere, A.v.d.Ven, Th. Knegtel, H.Kuijsters
Op 28 maart 1920, de eerste wereldoorlog ligt nog vers in het geheugen, heeft het Roomsch-Katholiek Huisvestingscomité voor Oorlogskinderen een benefietwedstrijd georganiseerd. De opbrengst is bestemd voor de Weense kinderen uit het door de oorlog noodlijdende Oostenrijk. Voor dat goede doel speelt het eerste van Willem II thuis tegen het gerenommeerde HVV uit Den Haag. In het voorprogramma staat een wedstrijd gepland van de Willem II-Veteranen. De Tilburgse oudjes, volgens de krant ‘samen meer dan 400 jaar’, spelen tegen de oud-voetballers van Achilles.

Gelet op de samenstelling bestaat het elftal uit een mix van bekende namen uit de Tilburgse middenstand en enkele oud-spelers. Zo staat ‘student’ en landskampioen van 1916 Walter van den Bergh in het doel. In de verdediging staan wijnhandelaar Jos van den Blerk en boekhouder A. Hendrikx hun mannetje. Ook een opvallende naam: Theo Knegtel van de Ford-garage op de Heuvel. Hij vormt samen met onder andere schoenenfabrikant Van Arendonk, parapluhandelaar en landskampioen van 1916 Tinus van Beurden en advocaat Mr. G. Passtoors de vijfmansvoorhoede. Juwelier Ghijben en Ingenieur De Bont beginnen op de bank. De wedstrijd van twee keer een kwartier staat onder leiding van doelpuntenmachine Jos van Son. Willem II’s tweede topscorer aller tijden (na Piet de Jong) en held van 1916 zal later op die dag met het eerste meespelen. Ook grensrechter Caspanni is geen onbekende. Hij was een van de twaalf jongelui die op 12 augustus 1896 Tilburgia oprichtten.

Gabor Keresztes (links) in gesprek met de Hongaarse sterspeler Ferenc Puskás in 1967.
Knegtel betekende veel voor Willem II en later ook TIJSC Trappers, door werk te geven aan semi profs. Buitenlandse spelers moesten een vaste aanstelling hebben om in Nederland te kunnen blijven. Meerdere buitenlandse spelers kregen bij Garage Knegtel werk en konden zo via deze 'Knegtel-deal' bij Willem-II voetballen. Zo ook Kurt Zaro, gevlucht uit Hongarije en topscoorder bij Willem II en Gabor Keresztes die als electro-automonteur werkte bij Garage Knegtel. Maar ook Joe Simons en John McDonald, twee (tandeloze) semiprof Canadese ijshockeyers bij Tilburg Trappers, waren volgens een dergelijke constructie als monteurs werkzaam op De Ringbaan.
Sint Josephstraat 113

Op dit terrein stond al vóór 1900 een groot huis, maar zonder voortuin. In 1938 laat Theo hier door architect Frans Hovers een nieuw huis bouwen. Voor Theo is een garage bij zijn huis uiteraard een eerste vereiste. Door het huis dwars op de kavel te zetten creëert hij de nodige ruimte hiervoor. Hovers is er in geslaagd er een voornaam huis van te maken, met toepassing van een warme kleur baksteen waarin de witgeschilderde meer-ruits stalen ramen zich mooi aftekenen. Op het einde van de daken zien we aan de voor- en achterzijde imposante schoorstenen.